Kamerleden besteden een groot deel van hun tijd aan het bezoeken van mensen en organisaties die zich bezig houden met onderwerpen waarvan zij woordvoerder zijn. Maar soms besluit een commissie organisaties of personen uit te nodigen in een hoorzitting. Op 7 oktober kwamen vertegenwoordigers van onderwijsorganisaties naar Den Haag om Kamerleden hun mening over het leenstelsel te vertellen. Het wetsvoorstel is enkele weken geleden door minister Bussemaker van onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd en daarmee openbaar geworden. Binnenkort wordt het behandeld in een Kamerdebat, dus er is nog ruimte om kleine wijzigingen aan te brengen.
Studentenorganisatie LSVb en scholierenorganisatie LAKS trapten af. Beide voorzitters gaven aan het onwenselijk te vinden om de scholieren van nu op te zadelen met een enorme studieschuld. Ook de vertegenwoordiger van studentendecanen plaatste kanttekeningen. Zo is er niets geregeld voor studenten die met ziekte of bijzondere familieomstandigheden te maken hebben en daardoor vertraging oplopen. Door een vertraging buiten hun schuld komen ze nog meer in de (financiële) problemen.

De Vereniging van Universiteiten gaf aan blij te zijn met het “studievoorschot”, zoals het Ministerie van OCW het leenstelsel heeft genoemd, omdat het vrijgekomen geld hard nodig is om de kwaliteit van het onderwijs te blijven waarborgen. Ook een aantal hoogleraren en een vertegenwoordiger van het NIBUD (Nationaal instituut voor budgetvoorlichting) gaven hun mening.


Afgelopen 13 oktober leverden de verschillende fracties in de Tweede Kamer inbreng over het wetsvoorstel. Dat gebeurde eerst schriftelijk. Wanneer het wetsvoorstel wordt besproken is nog niet helemaal duidelijk.