Sinds september 2015 geldt in Nederland een nieuw leenstelsel voor studiefinanciering. Er is een hoop veranderd ten opzichte van het oude stelsel. Zo wordt de basisbeurs niet langer meer een gift na afronding van de studie en wordt er van de ouders verwacht dat zij ook hun steentje bijdragen in de studiekosten van hun zoon of dochter. Dit laatste is iets dat in de rest van Europa vaak voorkomt. Weten we als ouders in Nederland hoe hoog deze studiekosten gemiddeld liggen en zijn we hier op voorbereid?
Studiefinancering
De Dienst Uitvoering Onderwijs in Nederland verantwoordelijk voor de uitbetaling van de studiefinanciering. Deze is opgedeeld in een lening, studentenreisproduct (OV-kaart), collegekrediet en een aanvullende beurs. De aanvullende beurst wordt bepaald op basis van het arbeidsloon van de ouders van de student. Er wordt verwacht dat ouders een bijdrage leveren in de kosten van de studie. Wanneer het inkomen binnen een huishouden stijgt, zal de aanvullende beurs dan ook dalen en andersom. Andere landen binnen de Europese Unie hebben hier hun eigen wet- en regelgeving op toegepast. Onderstaande afbeelding biedt inzicht in de hoogte van de maximaal te ontvangen studiefinanciering binnen een aantal West – Europese landen:
Nederland maakt bijlenen mogelijk
Wanneer je als Nederlandse student niet rond kan komen van enkel de studiefinanciering, kan je extra geld lenen bij de DUO. In elf andere landen in Europa is dit niet mogelijk maar liggen de studiekosten ook lager.
Maximaal collegegeld hbo
De hoogte van het collegegeld in het hoger onderwijs is per land binnen de Europese Unie verschillend. Onderstaande afbeelding toont het maximaal te betalen collegegeld voor een HBO opleiding tussen een aantal centraal- en west- Europese landen:
Ouders willen bijdrage studiekosten doen
Uit een onderzoek in samenwerking met Multiscope blijkt het volgende: “Slechts één op de tien ouders weet wat een studerend kind kost. Toch is 37 procent van de Nederlandse ouders van plan om het volledige college- en boekengeld voor de hele studie te betalen”. Dit betekent dus dat als ouders een bijdrage doen in de studiekosten en een student de maximale studiefinanciering krijgt, zijn of haar restant budget er als volgt uit ziet:
Ongeveer een derde van de Nederlandse ouders willen de kosten van het eerste studiejaar betalen. Toch is er nog ruim 20 procent dat het kind zelf verantwoordelijk stelt voor het jaarlijkse collegegeld. Dit in een aantal landen grote financiële gevolgen hebben voor de student.
Invloed van de dagelijkse kosten
Een student heeft niet alleen te maken met boeken- en collegegeld. Om rond te kunnen komen is er onder andere geld nodig voor huisvesting, boodschappen, etc. Deze kosten verschillen per Europees land en worden aangegeven via de Consumer Price Index (CPI). Hoe hoger de CPI, hoe meer geld een student jaarlijks nodig heeft. Dat de verschillen per land groot zijn, blijkt wel als we Nederland met Finland vergelijken. In Scandinavië liggen de levenskosten hoger dan in Nederland waardoor een Finse student, zelfs zonder collegegeld, maandelijks gemiddeld niet meer dan 48 euro zal overhouden. Een Nederlandse student houdt meer dan het dubbele over, zelfs wanneer hij of zij zelf de kosten draagt voor het jaarlijkse collegegeld.
De infographic laat zien in welke landen studenten jaarlijks geld overhouden als de ouders bijdragen in de studiekosten en de studenten de maximale studiefinanciering krijgen (gecorrigeerd naar het CPI per land).
Goed voorbereid voor later
Meer dan 65% van de Nederlandse ouders wil graag goed voorbereid zijn op eventuele hoge studiekosten in de toekomst en heeft hiervoor dan ook geld opzij gezet. Ruim de helft van de respondenten begint hier al mee bij de geboorte van het kind. Aangezien de studiekosten in veel gevallen hoger uit zullen vallen dan men verwacht, lijkt dit een verstandige keuze te zijn.