Elk persoon dat winst geniet uit zijn onderneming moet jaarlijks deze winst bepalen en vervolgens aangeven bij de Belastingdienst. Om deze winst op een goede manier te kunnen bepalen, moet voldaan worden aan het goed koopmansgebruik, de balanscontinuïteit en de foutenleer. Wat deze begrippen inhouden, zullen wij jou vandaag uit gaan leggen aan de hand van de basisprincipes voor de fiscale winstbepaling.
Goedkoopmansgebruik
In de wet staat niet duidelijk omschreven wat het begrip goedkoopmansgebruik inhoudt. Uit jurisprudentie, ook wel rechterlijke uitspraken genoemd, blijkt dat drie begrippen centraal staan binnen het goedkoopmansgebruik. Het gaat daarbij om realiteitszin, voorzichtigheid en eenvoud. Realiteitszin houdt in dat baten en lasten uitgekeerd moeten worden naar de jaren waarop zij betrekking hebben gehad. De ondernemer mag er dus niet zelf voor kiezen welke inkomsten en uitgaven hij in welk jaar verantwoord. Bij het voorzichtigheidsprincipe mogen verliezen genomen worden op het moment dat aannemelijk is dat het ook daadwerkelijk een verlies gaat worden. Eenvoud doelt op het praktisch hanteren van het systeem waaraan je de winst toerekent.

De basisprincipes voor de fiscale winstbepaling
Balanscontinuïteit
Om de totale winst van een onderneming goed te kunnen bepalen, moeten de jaren waar de onderneming gebruik van maakt goed op elkaar aansluiten. De eindbalans van 31 december 2015 moet daarom hetzelfde zijn als de beginbalans op 1 januari 2016. Indien dit niet het geval is, kan het zo zijn dat winsten dubbel of juist niet belast worden.
Foutenleer
Het kan voor komen dat er enkele fouten opgenomen zijn in de balans die pas in een later stadia naar voren komen. Doordat er al eerder een heffing plaats heeft gevonden over de winst, moet deze fout op een zodanige manier gecorrigeerd worden dat er geen dubbele heffing ontstaat. Om dit te voorkomen wordt de foutenleer toegepast. De foutenleer wil zeggen dat de belastinginspecteur ten allen tijden fouten in de balans kan herstellen. Een kanttekening hierbij is dat de fout gecorrigeerd wordt in het jaar waarin de daadwerkelijke fout gemaakt is. De foutenleer voorkomt dat er een dubbele heffing ontstaat.